Als officier van justitie heb je een unieke positie binnen het strafrechtelijk systeem in Nederland. Je bent vanaf het begin betrokken bij een zaak en bent eindverantwoordelijk voor de opsporing van verdachten. Jij geeft leiding aan het onderzoek (dat de politie uitvoert) en zorgt ervoor dat verdachten in beeld en eventueel voor de rechter komen. Ook ben je degene die een straf of andere maatregel mag eisen. Om tot een passende eis te komen, houd je rekening met belangen van alle betrokkenen, maar treed je altijd op in het belang van de samenleving.
Er kunnen verschillende zaken op jouw bureau belanden: van georganiseerde misdaad tot milieucriminaliteit en van huiselijk geweld tot internationale fraude. Om al die vormen van misdaad te bestrijden, werk je nauw en veel samen met ketenpartners, zoals de recherche, Slachtofferhulp, bureau Halt en reclassering. En natuurlijk met je collega’s binnen het OM.
Je werk is dynamisch. Misdaad houdt zich niet aan kantoortijden en dat betekent dat je werkdag soms een werknacht is. Wat een situatie ook vraagt – snel schakelen of veel uitpluizen- jij blijft scherp en houdt altijd oog voor het grotere plaatje: de misdaad en de impact daarvan op mensen en de maatschappij.
Je draagt een grote verantwoordelijkheid: wat jij doet en beslist, heeft gevolgen voor alle partijen die (ongewild) bij strafbare feiten betrokken zijn. Daarom volg je altijd eerst een intensieve interne opleiding voor je aan de slag kunt als officier van justitie. Na je opleiding kun je je loopbaan binnen het OM veelal zelf richting geven, door je te specialiseren in een of meerdere strafrechtelijke vakgebieden of soms te wisselen van OM-onderdeel, standplaats of vakgebied.
Als officier van justitie leid je opsporingsonderzoeken en weeg je af wat de meest passende interventie is. Je presenteert de bevindingen van het onderzoek op zitting en legt jouw strafeis voor aan de rechtbank. Daarbij verlies je de maatschappelijke context nooit uit het oog. Jij hebt de regie en jouw visie en creativiteit zijn doorslaggevend.
Het vak van officier van justitie is boeiend en betekenisvol, maar ook verantwoordelijk, onvoorspelbaar en soms hectisch. Daarom krijg je samen met collega's een intensieve opleiding.
Er zijn veel mogelijkheden om je te specialiseren en je functie verder te verdiepen. Denk bijvoorbeeld aan het behandelen van zaken in hoger beroep bij het Ressortsparket of intensief samenwerken met bijzondere opsporingsdiensten vanuit het Functioneel Parket.
Lees verder:
Jouw brief wordt door meerdere mensen gelezen. Je kunt de brief richten aan de selectiecommissie, of aan de persoon vermeld in de vacature.
De vereisten om te solliciteren zijn: (1) beschikken over Nederlandse nationaliteit (geldt voor ieder rechtelijk ambtenaar), (2) mastertitel Nederlands recht met een verklaring van civiel effect, (3) 6 jaar relevante juridische werkervaring sinds afstuderen en behalen civiele effect, waarvan twee jaar buiten de rechterlijke organisatie (dus buiten het OM en de Rechtspraak).
In bepaalde gevallen is het direct aannemelijk dat wordt voldaan aan de harde vereiste van 6 jaar relevante juridische werkervaring na datum afstuderen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een strafrechtadvocaat die minimaal 6 jaar ervaring heeft na datum afstuderen en derhalve ruime kennis van en ervaring met het straf(proces)recht. Maar ook in minder voor de hand liggende gevallen kan werkervaring voldoende juridisch relevant geacht worden om de stap naar officier van justitie in opleiding te zetten. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij een docent strafrecht die tevens een aantal jaar bij de rechtspraak werkzaam is geweest. Of bij legal counsel met ervaring bij een grote internationale onderneming of een financiële instelling op het gebied van bijvoorbeeld milieucriminaliteit en/of fraude. Of bij een juridisch adviseur op het gebied van cybercrime. Los van deze voorbeelden zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen.
Bij de beoordeling van CV’s wordt onder andere gekeken in hoeverre de (juridische) kennis en ervaring zal bijdragen aan het succesvol en binnen de daartoe gestelde termijn doorlopen van de opleiding tot officier. Om te beoordelen of iemand beschikt over de voor de functie van officier van justitie benodigde kennis, ervaring en competenties dient uiteraard de volledige sollicitatieprocedure doorlopen te worden.
Voor de opleiding tot officier van justitie geldt de eis van minimaal 6 jaar werkervaring. Kandidaten met minder werkervaring kunnen al wel relevante werkervaring opdoen binnen het OM, bijvoorbeeld als er een vacature is voor adjunt-officier.
Voor de duur van je opleiding ben je in dienst als officier in opleiding en ingeschaald in RM-salariscategorie 9A (min € 5.250,54 en max € 7.112,59 bruto p/m bij een 36-urige werkweek). Je wordt ingeschaald op basis van de totale duur van je werkervaring sinds het afronden van de juridische opleiding met civiel effect. Het gaat hierbij om ongewogen werkervaring.
Na succesvolle afronding van de opleiding word je benoemd tot officier van justitie en vindt inschaling (conform art 5b lid 1 Brra) plaats in RM-salariscategorie 9 RM, op het naast hogere bedrag ten opzichte van je OIO-salaris aan het eind van de opleiding derhalve in cat 9 trede 0.
Binnen het OM mogen medewerkers in principe zichtbaar uitingen van levensovertuiging en religie dragen. Toch zijn er voor het OM ook werkzaamheden waarbij uitingen van levensovertuigingen en religie, zoals bijvoorbeeld een hoofddoek, een keppeltje of een kruisteken, niet geoorloofd zijn. Werkzaamheden die vragen om een onpartijdige en neutrale uitstraling. Dit is het geval als je als (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal publiekelijk de Staat der Nederlanden vertegenwoordigt. In de rechtszaal, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld bij (huis)zoekingen of bij slachtoffergesprekken.
Vanwege deze onpartijdige en neutrale uitstraling draagt een (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal in de rechtszaal altijd een toga. Dit moet volgens de wet. De toga zorgt ervoor dat elke (adjunct-)officier van justitie en advocaat-generaal hetzelfde gekleed gaat en sluit uitingen van levensovertuiging en religie uit. Door het dragen van een toga wordt benadrukt dat het in deze rol niet gaat over de persoon van de (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal, maar om de uitstraling richting verdachten en slachtoffers. Zij kunnen erop vertrouwen dat de wet op neutrale en onpartijdige wijze wordt toegepast.