Behoort officier worden tot jouw mogelijkheden? Lees op deze pagina meer over de functie-eisen en hoe de selectieprocedure eruit ziet.
Om voor de functie van officier in opleiding in aanmerking te komen, geldt een aantal vereisten. Daarnaast beschik je over specifieke aanvullende competenties.
De opleiding voor officieren van justitie start drie keer per jaar. De eerstvolgende startdata zijn in het najaar van 2024. Voor deze leergang zoeken we meer dan dertig nieuwe collega-officieren, dus de kans is groot dat je op een parket in jouw regio aan de slag kunt.
Wil je weten of jouw cv aan de vereisten voldoet of heb je behoefte aan persoonlijk contact? Dan kun je contact opnemen met een van onze recruiters.
Om te kunnen starten met de opleiding tot officier van justitie moet je eerst een selectieprocedure doorlopen. Deze bestaat uit:
Jouw brief wordt door meerdere mensen gelezen. Je kunt de brief richten aan de selectiecommissie of aan de persoon vermeld in de vacature.
De vereisten om te solliciteren zijn: (1) beschikken over Nederlandse nationaliteit (geldt voor ieder rechtelijk ambtenaar), (2) mastertitel Nederlands recht met een verklaring van civiel effect, (3) 6 jaar relevante juridische werkervaring, waarvan twee jaar buiten de rechterlijke organisatie (dus buiten het OM en de Rechtspraak).
In bepaalde gevallen is het direct aannemelijk dat wordt voldaan aan de harde vereiste van 6 jaar relevante juridische werkervaring na datum afstuderen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een strafrechtadvocaat die minimaal 6 jaar ervaring heeft na datum afstuderen en derhalve ruime kennis van en ervaring met het straf(proces)recht. Maar ook in minder voor de hand liggende gevallen kan werkervaring voldoende juridisch relevant geacht worden om de stap naar officier van justitie in opleiding te zetten. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij een docent strafrecht die tevens een aantal jaar bij de rechtspraak werkzaam is geweest. Of bij legal counsel met ervaring bij een grote internationale onderneming of een financiële instelling op het gebied van bijvoorbeeld milieucriminaliteit en/of fraude. Of bij een juridisch adviseur op het gebied van cybercrime. Los van deze voorbeelden zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen.
Bij de beoordeling van CV’s wordt onder andere gekeken in hoeverre de (juridische) kennis en ervaring zal bijdragen aan het succesvol en binnen de daartoe gestelde termijn doorlopen van de opleiding tot officier. Om te beoordelen of iemand beschikt over de voor de functie van officier van justitie benodigde kennis, ervaring en competenties dient uiteraard de volledige sollicitatieprocedure doorlopen te worden.
Voor de opleiding tot officier van justitie geldt de eis van minimaal 6 jaar werkervaring. Kandidaten met minder werkervaring kunnen al wel relevante werkervaring opdoen binnen het OM, bijvoorbeeld als er een vacature is voor adjunt-officier.
Voor de duur van jouw opleiding ben je in dienst als officier in opleiding wordt je in principe ingeschaald in RM-salariscategorie 9A (€ 2.823,70 - € 5.883,61 bruto per maand bij 36-urige werkweek). Indien je de opleiding positief hebt afgerond, word je benoemd tot officier van justitie en vindt inschaling plaats in RM-salariscategorie 9. Je hebt zowel tijdens als na de opleiding recht op 8 procent vakantiegeld, een eindejaarsuitkering van 8,3 procent en een vaste onkostenvergoeding.
De exacte hoogte van je salaris gedurende de opleiding is onderwerp van gesprek tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek aan het einde van het selectieproces. Over het algemeen geldt: meer ervaring betekent een kortere opleiding en een hoger salaris. Dit kan van toepassing zijn voor overstappers vanuit de rechtspraak en specialisten op bepaalde vakgebieden.
Binnen het OM mogen medewerkers in principe zichtbaar uitingen van levensovertuiging en religie dragen. Toch zijn er voor het OM ook werkzaamheden waarbij uitingen van levensovertuigingen en religie, zoals bijvoorbeeld een hoofddoek, een keppeltje of een kruisteken, niet geoorloofd zijn. Werkzaamheden die vragen om een onpartijdige en neutrale uitstraling. Dit is het geval als je als (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal publiekelijk de Staat der Nederlanden vertegenwoordigt. In de rechtszaal, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld bij (huis)zoekingen of bij slachtoffergesprekken.
Vanwege deze onpartijdige en neutrale uitstraling draagt een (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal in de rechtszaal altijd een toga. Dit moet volgens de wet. De toga zorgt ervoor dat elke (adjunct-)officier van justitie en advocaat-generaal hetzelfde gekleed gaat en sluit uitingen van levensovertuiging en religie uit. Door het dragen van een toga wordt benadrukt dat het in deze rol niet gaat over de persoon van de (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal, maar om de uitstraling richting verdachten en slachtoffers. Zij kunnen erop vertrouwen dat de wet op neutrale en onpartijdige wijze wordt toegepast.