Jouw brief wordt door meerdere mensen gelezen. Je kunt de brief richten aan de selectiecommissie, of aan de persoon vermeld in de vacature.
2 Keer per jaar werven we officieren voor de opleiding, namelijkrond maart/april en september/oktober. In totaal zijn er ongeveer 26-40 opleidingsplekken. De kandidaten kunnen solliciteren op de vacature op de website en komen vervolgens in het selectieproces wat bestaat uit onder andere een briefselectie, twee gesprekken en een assessment. Het proces wordt afgerond met een arbeidsvoorwaardengesprek en een intake met het opleidingsinstituut. In de brochure kun je alle details vinden over het proces, de selectiecriteria en de opleiding.
Ja, nadat de briefselectie succesvol is doorlopen plannen wij de vervolgafspraken en stellen de kandidaat hiervan op de hoogte. Mochten de voorgestelde data niet goed uitkomen dan kan de kandidaat dit aangeven en nemen wij contact op om alternatieve data af te spreken.
Jouw voorkeur voor één of meer regio’s wordt door ons gebruikt als een extra middel om zo een zo goed mogelijke match te maken tussen de wensen van de kandidaat en de specifieke behoeften vanuit de lokale parketten. Jouw voorkeuren hebben geen invloed op jouw geschiktheid als kandidaat of jouw kans om aangenomen te worden. Als jij als kandidaat aan de eisen voldoet, maar er is geen functie beschikbaar binnen een van jouw voorkeurregio’s, dan nemen we contact op om de mogelijkheden bij andere parketten te bespreken.
De vereisten om te solliciteren zijn: (1) beschikken over Nederlandse nationaliteit (geldt voor ieder rechtelijk ambtenaar), (2) mastertitel Nederlands recht met een verklaring van civiel effect, (3) 6 jaar relevante juridische werkervaring, waarvan twee jaar buiten de rechterlijke organisatie (dus buiten het OM en de Rechtspraak).
In bepaalde gevallen is het direct aannemelijk dat wordt voldaan aan de harde vereiste van 6 jaar relevante juridische werkervaring na datum afstuderen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een strafrechtadvocaat die minimaal 6 jaar ervaring heeft na datum afstuderen en derhalve ruime kennis van en ervaring met het straf(proces)recht. Maar ook in minder voor de hand liggende gevallen kan werkervaring voldoende juridisch relevant geacht worden om de stap naar officier van justitie in opleiding te zetten. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij een docent strafrecht die tevens een aantal jaar bij de rechtspraak werkzaam is geweest. Of bij legal counsel met ervaring bij een grote internationale onderneming of een financiële instelling op het gebied van bijvoorbeeld milieucriminaliteit en/of fraude. Of bij een juridisch adviseur op het gebied van cybercrime. Los van deze voorbeelden zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen.
Bij de beoordeling van CV’s wordt onder andere gekeken in hoeverre de (juridische) kennis en ervaring zal bijdragen aan het succesvol en binnen de daartoe gestelde termijn doorlopen van de opleiding tot officier. Om te beoordelen of iemand beschikt over de voor de functie van officier van justitie benodigde kennis, ervaring en competenties dient uiteraard de volledige sollicitatieprocedure doorlopen te worden.
Nee, in deze wervingsronde gaat de voorkeur uit naar kandidaten met meer dan 6 jaar werkervaring. Kandidaten met minder werkervaring kunnen al wel andere relevante werkervaring opdoen binnen het OM, bijvoorbeeld als er een vacature is voor adjunt-officier.
Een verklaring van civiel effect wordt afgegeven door de universiteit waar je bent afgestudeerd en verklaart dat je voldoet aan de eisen voor toelating tot juridische beroepen en functies. De universiteit geeft deze verklaring meestal af gelijktijdig met het afstuderen, maar het kan ook later worden opgevraagd door de kandidaat.
Als onderdeel van de selectieprocedure voor een rechterlijke functie wordt een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister aangevraagd (Conform artikel 29 Besluit Justitiële en strafvorderlijke gegevens). Het uitgangspunt is dat kandidaten die zich schuldig hebben gemaakt aan een strafbaar feit niet in aanmerking komen voor de functie van officier (in opleiding).
Voor de duur van je opleiding ben je in dienst als officier in opleiding en ingeschaald in RM-salariscategorie 9A (jan 2024: min € 3.164,76 en max € 6.509,30 bruto p/m bij een 36-urige werkweek). Je wordt ingeschaald op basis van de totale duur van je werkervaring sinds het afronden van de – voor de functie vereiste – juridische opleiding met civiel effect. Het gaat hierbij om ongewogen werkervaring.
Na succesvolle afronding van de opleiding word je benoemd tot officier van justitie en vindt inschaling (conform art 5b lid 1 Brra) plaats in RM-salariscategorie 9 RM, op het naast hogere bedrag ten opzichte van je OIO-salaris aan het eind van de opleiding derhalve in cat. 9 trede i (€ 6.238,99) of in cat 9 trede 0 (€ 6.684,71).
2 Keer per jaar werven we officieren voor de opleiding, namelijk in maart/april en in september voor de opleidingen die 6 maanden daarna starten. Je kunt hierover automatisch een bericht krijgen door op de vacaturepagina op onze website een jobalert aan te maken (selecteer vakgebied ‘juridisch’). Je kunt ons ook volgen op LinkedIn, daar vermelden wij telkens de nieuwe sollicitatierondes.
De opleiding is maatwerk, een op de persoon toegespitst traject dat qua inhoud en duur is afgestemd op zijn of haar kennis, vaardigheden en (werk)ervaring uit het verleden, maar ook op de werkzaamheden waarvoor men opgeleid gaat worden. Dit wordt vastgesteld in een persoonlijk opleidingsplan. De opleiding start met een introductieperiode waar het zittingsvaardigheidsbewijs kan worden behaald. De leerwerkomgeving Interventies en Onderzoeken maken vast onderdeel uit van het programma. Daarnaast kan ervaring worden opgedaan bij het Ressortsparket, de rechtbank en externe partners zoals de politie of in de advocatuur. De wijze van leren is vooral ‘on the job’, onder begeleiding van een (coördinerend) opleider en verder wordt de OIO ondersteund door informatie in de digitale leeromgeving en door bijeenkomsten (cursussen) van SSR. Download de brochure voor een uitgebreide beschrijving.
Voorafgaand aan de start van de opleiding vindt er een intakegesprek plaats met de coördinerend opleider van het parket en een Landelijk Adviseur Opleidingen over de leerdoelen van de opleiding, alsmede de persoonlijke wensen en het huidige kennisniveau van de officier in opleiding. Op basis van dit gesprek en aanvullende stukken, zoals de sollicitatiebrief, de bul met cijferlijst, het CV, de referenties, het rapport van het selectieassessment, het advies van de lokale selectiecommissie en de voorlopige leidraad opleidingsduur wordt de opleiding vormgegeven en besproken met de officier in opleiding.
Het intakegesprek vindt zo snel mogelijk plaats nadat de officier in opleiding door de Landelijke Selectiecommissie OM (LSOM) is aangenomen.
Ja. Na een introductieperiode, vindt er een proeve van bekwaamheid plaats waar het voor de functie verplichte zittingsvaardigheidsbewijs behaald kan worden. Uitgangspunt is dat niemand op zitting staat, voordat hij daarvoor groen licht heeft gekregen. Dit betekent dat bepaalde basisvaardigheden en basiskennis getoond moeten zijn in een simulatie-setting, voordat een Oio op zitting mag staan. IJkniveau voor het ZVB is de gemiddelde politierechterzitting. Achterliggende gedachte is dat de zitting bij uitstek de plaats is waar het OM wordt vertegenwoordigd en zichtbaar is voor de samenleving/ verantwoording aflegt aan de samenleving. Juist de zittingen zijn voor veel justitiabelen het enige moment waarop men in contact komt met het OM. Ook bij de eerste zittingen verwachten de andere deelnemers (de Rechtspraak en de advocatuur) een vertegenwoordiging van het OM die op niveau is. Indien het ZVB niet wordt gehaald, dan is er een mogelijkheid tot herkansing. Mocht het onverhoopt zo zijn dat ook na herkansing het ZVB niet is behaald, dan wordt de benoeming als Oio beëindigd.
Binnen het OM mogen medewerkers in principe zichtbaar uitingen van levensovertuiging en religie dragen. Toch zijn er binnen onze organisatie ook werkzaamheden waarbij uitingen van levensovertuigingen en religie, zoals bijvoorbeeld een hoofddoek, een keppeltje of een kruisteken, niet geoorloofd zijn. Werkzaamheden die vragen om een onpartijdige en neutrale uitstraling. Dit is het geval als je als (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal publiekelijk de Staat der Nederlanden vertegenwoordigt. In de rechtszaal, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld bij (huis)zoekingen of bij slachtoffergesprekken.
Vanwege deze onpartijdige en neutrale uitstraling draagt een (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal in de rechtszaal altijd een toga. Dit moet volgens de wet. De toga zorgt ervoor dat elke (adjunct-)officier van justitie en advocaat-generaal hetzelfde gekleed gaat en sluit uitingen van levensovertuiging en religie uit. Door het dragen van een toga wordt benadrukt dat het in deze rol niet gaat over de persoon van de (adjunct-)officier van justitie of advocaat-generaal, maar om de uitstraling richting verdachten en slachtoffers. Zij kunnen erop vertrouwen dat de wet op neutrale en onpartijdige wijze wordt toegepast.