Interview met Nora Achahbar

"Als officier sta je midden in de samenleving"

Met een koel hoofd en een warm hart. Zo benadert Nora Achahbar haar werk als officier van justitie. Die balans vormt de basis van haar diepgewortelde toewijding om de samenleving beter te maken. De officieren in opleiding (OIO’s) die ze begeleidt, geeft ze een krachtige boodschap mee: “Wees je bewust van de verantwoordelijkheid die je als officier hebt en houd altijd oog voor het menselijke aspect.”

Opgroeiend in een achterstandsbuurt werd Nora Achahbar al op jonge leeftijd geconfronteerd met onrechtvaardigheid in de samenleving. “Om me heen zag ik veel armoede en misstanden. Zonder dat mensen er iets aan konden doen, raakten ze steeds verder in de problemen. Ik zag zowel slachtoffers van misdaad als mensen die zelf de fout ingingen. Toen dacht ik: dit kan en moét anders. Ik heb altijd al een diepgewortelde drang gehad om de samenleving beter te maken. Daarom ging ik Rechten studeren. Tijdens deze studie kwam ik erachter dat je de meeste impact kunt maken bij de rechterlijke macht. Dat betekende dus dat ik óf rechter óf officier van justitie zou moeten worden.” 

Meteen in het diepe tijdens opleiding
Als voorbereiding op een van deze functies, wordt Achahbar rechtelijk ambtenaar in opleiding (RAIO), de voorloper van de huidige officier in opleiding (OIO). In deze zesjarige opleiding bekleedt ze zo’n beetje elke functie binnen het strafrecht. Achahbar: “Ik liep stage als griffier, rechter, advocaat, opsporingsambtenaar en officier van justitie. Ik mocht pleidooien houden, strafeisen schrijven en uitspraken doen. Echt learning on the job dus. Met daarnaast ook nog theoretische verdieping. De meeste functies vond ik erg leuk, alleen de advocatuur sprak me minder aan. Vooral omdat je dan echt een spreekbuis bent van de client. Dat voelt voor mij niet compleet, ik wil een breder belang dienen.”  

Als een vis in het water 
Tijdens haar stage als officier van justitie weet Achahbar het zeker: haar toekomst ligt bij het Openbaar Ministerie. “Als officier van justitie voelde ik me al vanaf dag één als een vis in het water. Je bent vanaf het begin betrokken bij een zaak, je werkt veel samen, je overziet het geheel van straat tot rechtszaal, je bent voortdurend de spin in het web. Je staat midden in de samenleving, dat past goed bij mij. Het werk van een rechter is ook mooi, maar je bent pas aan zet na het voorwerk van anderen. Je bent afhankelijk van wat je wordt aangeleverd. Terwijl je als officier alles samenbrengt en bepaalt hoe je een zaak aanpakt. Je hebt dus meer vrijheid en zit veel meer zelf achter het stuur.”

Switchen van portefeuilles
Na het afronden van haar opleiding in 2014, begint Achahbar als officier van justitie bij het parket in Den Haag. Daar werkt ze nog steeds. Achahbar: “Binnen dit parket heb ik me beziggehouden met fraude, terrorisme en high impact crimes, maar ook met grootschalige events. Denk aan de vreugdevuren tijdens nieuwjaar op het strand van Den Haag. In die rol overleg je veel met de politie, over mogelijke scenario’s en hoe we alles veilig kunnen houden. Heel anders dus dan het opsporen van fraudeurs of terroristen. Maar ik houd er juist van om eens in de zoveel tijd te switchen van takenpakket. Sinds een paar jaar houd ik me bezig met criminele geldstromen.”   

Meeste werk buiten de rechtbank
Hoewel de meeste mensen de officier van justitie kennen vanuit de rechtbank, speelt het grootste deel van het werk zich daarbuiten af, zegt Achahbar. “De rechtszaak is het eindproduct. In de aanloop hiernaartoe ben je bezig met allerlei andere taken: je leidt het opsporingsonderzoek, je bent bij huiszoekingen, je bezoekt een plaats delict, je bekijkt strafbare feiten, je schakelt met partners, zoals politie en forensisch onderzoekers. Ik had vooraf niet gedacht dat het werk zo veelzijdig zou zijn. En je bent voortdurend aan het afwegen: wat onderzoeken we verder en wat niet? Welke middelen kunnen we nog inzetten? Gaan we deze zaak überhaupt naar zitting brengen? En zo ja, wat wordt de tenlastelegging?”

Persoonlijke gesprekken met betrokkenen
Misschien wel het meest waardevol aan haar werk vindt Achahbar de persoonlijke gesprekken die ze heeft, zowel met slachtoffers als met verdachten. “Je ontmoet mensen op hun kwetsbaarst, net na een misdrijf. Het helpt vaak om persoonlijk uit te leggen wat je kunt betekenen en wat diegene kan verwachten, ook voor verdachten. Misschien kampt iemand met een stoornis. Soms voorkomt een gesprek met verdachte en slachtoffer juist een rechtszaak. Ik heb meegemaakt dat een winkeldief met een bloemetje excuses aanbood aan de supermarkteigenaar. Dat was voor de eigenaar voldoende. Dat gaf mij ook voldoening.”  

Een koel hoofd, een warm hart
Tegelijkertijd benadrukt Achahbar dat je als officier ook stevig moet optreden als dat nodig is. “Bij zaken rondom zware criminaliteit of wanneer iemand telkens weer de fout ingaat, is hard straffen soms de enige oplossing. Maar bij elke zaak moet je opnieuw alles grondig analyseren en je er bewust van zijn dat je met mensen te maken hebt. Je verbindt de statische regels uit het wetboek met de soms bizarre werkelijkheid en omstandigheden van het misdrijf en de verdachte. Een motto dat mijn werk goed samenvat, is ‘met een koel hoofd en een warm hart’. Ik probeer zo feitelijk mogelijk naar een zaak te blijven kijken, maar altijd met een menselijke bril op.”

Creatief omgaan met hoge werklast
Volgens Achahbar is het werk als officier van justitie geen dag saai. Dat komt niet alleen door de inhoud van het werk, maar ook door de hoeveelheid werk die er bij het OM ligt. In haar huidige portefeuille probeert ze daar op een creatieve manier mee om te gaan. Achahbar: “Het strafrecht is niet voor elk financieel delict het geëigende pad. Soms kan een zaak beter worden afgedaan bij een civiele rechter of bestuursrechter. In sommige gevallen adviseer ik dat dan ook aan degene die aangifte heeft gedaan. Of ik deel informatie met de Belastingdienst, zodat zij het kunnen afhandelen. Dat kan soms meer maatschappelijk effect hebben dan het opleggen van een straf.”

Ontspannen en praten over impact
Om te voorkomen dat ze haar werk te veel mee naar huis neemt, zorgt Achahbar dat ze buiten werktijd voldoende ontspant. “Denk aan hardlopen, zwemmen, yoga of iets gezelligs doen met vrienden. Gelukkig kan ik van nature mijn werk makkelijk loslaten. Ook als het heftige dingen betreft, zoals foto’s van overledenen of slachtoffers van geweld. Zulke beelden doen altijd iets met je. Bij het OM is veel ruimte om over impactvolle dingen te praten. Je kunt altijd terecht bij collega’s, maar ook vanuit de organisatie is er aandacht voor wat het werk met je doet. Dat vind ik heel prettig. Het OM voelt voor mij als een warm bad.”

OIO’s opleiden en begeleiden
Hoe haar toekomst er bij het OM verder uitziet, vindt Achahbar nog lastig te zeggen. “Er is altijd ruimte voor doorontwikkeling binnen het OM, maar ik zit voorlopig nog goed op m’n huidige plek. Naast mijn werk als officier leid ik ook OIO’s op. Ik maak ze wegwijs in de functie en organisatie en draag mijn kennis over. Dat vind ik heel leuk om te doen. Een van de belangrijkste dingen die ik oio’s meegeef, is dat ze zich bewust moeten zijn van hun verantwoordelijkheid. Je hebt een enorm machtige positie. Maak daar geen misbruik van, maar wees integer. Je zit er niet om te scoren en de hoogste straf te eisen, maar om met een objectieve en menselijke bril te doen wat rechtvaardig is.”