Achter de Toga #1

‘Het OM houdt goed in de gaten hoe het met je gaat’

Janneke Weening maakte vijftien jaar geleden de overstap vanuit de advocatuur naar het Openbaar Ministerie. Ze begon als officier van justitie (OvJ) en werkt inmiddels als advocaat-generaal (AG). In die rol vertegenwoordigt ze het OM in hoger beroep. Een inspannende en veeleisende functie met veel verantwoordelijkheid. Toch ervaart ze dat niet als een last en heeft ze genoeg ruimte voor haar privéleven en ontspanning. “Dankzij yoga kan ik uiteindelijk ook m’n werk weer beter doen.”

Lees verder onder de video

Word ook officier van justitie

Meer willen betekenen voor de maatschappij en een bijdrage leveren aan het bestrijden van onrecht. Dat waren voor Janneke Weening de belangrijkste redenen om aan de slag te gaan bij het OM. In 2008 startte ze als plaatsvervangend OvJ bij het parket Midden-Nederland. Een jaar later werd ze – na het afronden van haar opleiding tot officier van justitie – benoemd tot volwaardig OvJ. In 2013 verruilde ze de functie van OvJ voor die van advocaat-generaal bij het Ressortsparket vestiging Amsterdam. 

Waarom heb je de switch van officier van justitie naar advocaat-generaal gemaakt?

“Ik had na vijf jaar de behoefte om het juridisch inhoudelijke deel van het werk meer uit te diepen. Daar ligt in hoger beroep meer de aandacht op. Natuurlijk moet de juridische kant in de eerste fase van een strafzaak ook in orde zijn, maar ik merkte dat ik als OvJ iets minder de tijd had om me grondig te verdiepen in bijvoorbeeld jurisprudentie. Als AG heb je daar meer ruimte voor.”

Je doet bij het OM werk dat veel impact heeft op betrokkenen en de maatschappij. Geeft dat druk?

“De druk zit ‘m vooral in de verantwoordelijkheid die je hebt. Maar ik ervaar dat niet als een last. Ik beschouw het meer als een voorwaarde om m’n werk goed te kunnen doen. Het gevoel van verantwoordelijkheid houdt me scherp en gemotiveerd. Het zorgt ervoor dat ik me zorgvuldig inlees in een dossier, zodat ik weet waar ik het over heb. En het maakt me ervan bewust dat mijn werk impact heeft en ertoe doet.”

Ervaar je als advocaat-generaal andere druk dan als officier van justitie?

“Als OvJ word je veel meer geleefd. Je kunt niet plannen wanneer een misdrijf wordt gepleegd of wanneer interessante informatie uit een telefoontap naar voren komt. Het is veel ad hoc doen en beslissen. Dat geeft druk, maar maakt het werk ook weer leuk, spannend en uitdagend. Als AG heb je niet meer de druk van het opsporingsonderzoek. De druk zit ‘m daar veel meer in dat jij de zaak bij de laatste feitelijke instantie behandelt en niks kunt laten liggen.”

Voel je ook werkdruk door de hoeveelheid werk die bij het OM ligt?

“Het werk bij het OM is inderdaad veeleisend en soms druk of zwaar, maar geeft ook veel voldoening. En mijn motto is: als je veel tijd besteedt aan werk, kun je maar beter werk doen waar je gelukkig van wordt. Daardoor ervaar ik de werkdruk ook niet als vervelend. Ook de grote loyaliteit van de mensen binnen het OM helpt om met druk om te gaan. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat ik nooit stress heb en eindeloos veel werk aankan. Iedereen heeft z’n grenzen.”

Waar ligt die grens bij jou? En hoe ga je daarmee om?

“Als ik merk dat ik het overzicht kwijtraak en m’n werk niet meer kan doen op een manier die ik goed vind. Gelukkig overzie ik nu beter dan voorheen wanneer knelpunten dreigen te ontstaan. Dat komt vooral door ervaring. Ik herken het bijvoorbeeld aan fysieke spanning in m’n lijf of als ik een zaak niet makkelijk kan loslaten. In zo’n geval is het essentieel dat je aan de bel trekt en even op de rem trapt.”

Is die ruimte er ook bij het OM?

“Absoluut. Er is steeds meer aandacht gekomen voor belastbaarheid en weerbaarheid. Het OM houdt goed in de gaten hoe het met je gaat. Dat gebeurt niet alleen vanuit HR, maar ook door collega’s. Toen ik bij het OM begon werd er nog weleens gezegd dat een hoge werkdruk nu eenmaal bij het werk hoorde. 

Nu is er veel meer oog voor hoe je als werknemer op een duurzame en plezierige manier kunt functioneren. Als dat betekent dat je even wat ondersteuning nodig hebt of er een zitting vrijgespeeld moet worden, dan is dat bespreekbaar. Er zit natuurlijk ook een hoge emotionele belasting op het werk. De tijd die vrijkomt, gebruik ik om me op te laden.”

Waarin vind je buiten je werk een uitlaatklep?

“Ik probeer zoveel mogelijk leuke dingen te doen met m’n gezin of vrienden. Ik kan m’n werk prima combineren met m’n sociale en gezinsleven. Daarnaast sport ik veel. Ik train voor een kwart triatlon en doe veel aan yoga. Elke dag is er wel een moment dat ik even wat oefeningen doe, zowel thuis als op kantoor. Vorig jaar heb ik ook de opleiding tot yogadocent afgerond. 

Het voordeel van mijn werk als AG is dat het goed planbaar is. Als OvJ kwam het nog weleens voor dat ik in het weekend of ’s nachts ineens ergens naartoe moest. Dat maakte het lastiger m’n privéleven goed in te richten. Als AG bereid ik ook weleens iets voor in de avond of het weekend, maar alleen op momenten die ik zelf uitkies of in elk geval kan voorzien.”

In hoeverre helpt yoga je in je werk?

“Bij yoga is er veel aandacht voor concentratie, het sturen van je aandacht, ademhaling en meditatie. Allemaal dingen die in het werk van pas komen, bijvoorbeeld in een gesprek met een slachtoffer of wanneer je op zitting staat. Als je niet ontspannen bent, kun je ook niet goed luisteren of je verhaal overtuigend overbrengen. Ook vang ik nu eerder signalen op dat er te veel spanning in m’n lichaam zit.

Daarnaast helpt yoga me bij het omgaan met het leed dat ik tegenkom in mijn werk. Zo’n 60 procent van de zaken die ik doe, zijn zedenzaken. Dat zijn zaken met enorme impact. Enerzijds vind ik het belangrijk om de emotie van een slachtoffer te voelen en empathie te tonen. Tegelijkertijd moet die emotie mij niet overnemen. Voorheen beschermde ik me door me hier helemaal voor af te sluiten. Dankzij yoga kan ik de pijn en het verdriet voelen, maar ook weer loslaten en overgaan op de juridische inhoud.”

Lukt het altijd om de emotionele belasting in je vrije tijd los te laten?

“Meestal wel, maar niet altijd. Dat is ook niet erg, als het me maar niet te veel bezighoudt. Het helpt in ieder geval niet om dossiers in bed te gaan lezen voordat je gaat slapen. Dan laat je je werk te veel je privéleven binnen en kun je het moeilijker loslaten. Dat zijn dingen die je door de jaren heen leert.”