Achter de Toga #3

In gesprek met Frank van Dijk

over zijn werk en zijn andere passie

Frank van Dijk, officier van justitie, werkt al jarenlang bij het Openbaar Ministerie: hij werkt er inmiddels al ruim 21 jaar met heel veel plezier. Echt last van stress heeft hij niet zo snel. Om zijn hoofd leeg te maken gaat hij helemaal op in zijn andere passie: vintage design. ‘Net als bij een strafzaak wil ik bij het zoeken naar design dingen kunnen doorgronden en beredeneren. Door een meubel of lamp te analyseren, ga ik de echte schoonheid ervan zien.’

Goed om te weten: Terwijl we bezig waren met de opnames van Achter de Toga was Frank nog werkzaam bij het Parket in Amsterdam. De doorgroeimogelijkheden zijn goed bij het Openbaar Ministerie. Zo staat Frank inmiddels in de startblokken om aan zijn nieuwe functie te beginnen als plaatsvervangend hoofdofficier van justitie van parket Den Haag (lees hier meer). Wat van Dijk’s route is naar deze functie? En hoe hij alle ballen hooghoudt? Daarover meer in dit interview. 

Vanwege zijn interesse in de organisatorische kant van het strafrecht belandde Frank van Dijk vanuit zijn studie Bestuurskunde in 2002 bij het OM. Om er vervolgens niet meer weg te gaan. Omdat ook de juridische kant van het werk hem steeds meer ging aanspreken, volgde hij nog een studie Rechten en voltooide hij in 2018 de opleiding tot officier van justitie. 
 

Wat doe je bij het Openbaar Ministerie?

“Ik heb een divers takenpakket. Ik ben onder meer officier van justitie op het parket in Amsterdam. Daar ben ik teamleider van het team dat zich bezighoudt met veelvoorkomende criminaliteit. Ook ben ik betrokken bij grootschalige evenementen in de stad, zoals de protestacties rondom corona, voetbalrellen en recent nog de pro-Palestina-demonstratie. Daarnaast houd ik me bezig met de ontwikkeling van de organisatie van het OM.”


Wat is je rol tijdens zo’n demonstratie?

“In de aanloop focus ik me met de politie en gemeente op het vraagstuk rond de openbare orde. Als overheid wil en moet je ruimte bieden aan het recht om te demonstreren, maar wel binnen de juridische grenzen. Vooraf kijken we met elkaar waar die grenzen liggen. Ook schetsen we scenario’s: hoe reageren we als dit of dat gebeurt?

Op de dag zelf kijk ik vooral met de politie naar strafbare uitingen en misdragingen. In samenspraak met de politie beslis ik wanneer er bijvoorbeeld wordt overgegaan tot aanhouding. Verder vindt er veel afstemming plaats met de driehoek: de hoofdofficier, burgemeester en politiechef. Als er mensen zijn aangehouden beslissen we als OM na afloop op basis van opgebouwde dossiers over de strafrechtelijke vervolging.”


Wat vind je mooi aan het werken bij het OM?

“Vooral de veelzijdigheid en afwisseling. Het ene moment sta ik met mijn neus boven op de actualiteit en even later denk ik mee over hoe we de organisatie slimmer kunnen inrichten. Zowel de maatschappij als het OM zijn constant in beweging. Ik vind het leuk om me in een veranderende omgeving te begeven en mee te denken over verbetering van het systeem van rechtspleging. 
 

Een mooi voorbeeld hiervan is het opzetten van buurtrechtspraak in de Amsterdamse wijk Venserpolder. In plaats van in de officiële rechtbank aan de Parnassusweg handelen we zaken rond kleine criminaliteit in deze wijk af in een buurtcentrum. In de zaal staat de officier ook niet op een podium, maar zit iedereen aan een lange ovale tafel. Deze informele setting maakt het voor een verdachte laagdrempeliger om naar een zitting te komen. Ook is bij dit type zittingen net iets meer tijd om in te gaan op de persoonlijke problematiek van een verdachte. Hiermee hopen we de kans op recidive te verminderen.” 


Merk je iets van de hoge werkdruk bij het OM?

“Op sommige momenten kan er absoluut sprake zijn van werkdruk en een piekbelasting. Bijvoorbeeld na grote evenementen. Dan moeten we soms wel honderden zaken afhandelen. Gelukkig sta je er bij het OM nooit alleen voor. Je werkt altijd samen met een grote groep collega’s. Door het werk te verdelen, verlichten we de lasten. OM’ers zijn ook echt doeners, iedereen zet de schouders eronder als het nodig is.
 

Werkdruk zit ‘m overigens niet alleen in de hoeveelheid zaken, maar ook in de impact ervan. Bijvoorbeeld een heftig dossier of een verdachte die een officier bedreigt. Als teamleider is het dan mijn taak een luisterend oor te bieden aan collega’s. Ook breder binnen de organisatie is er ruimte voor ondersteuning. Iedereen krijgt jaarlijks een mental checkup en sinds een paar jaar is er een team collegiale ondersteuning.”

 

‘Werkdruk zit ‘m niet alleen in de hoeveelheid zaken, maar ook in de impact ervan’


Lig je er zelf ook weleens wakker van?

“Nee, daar heb ik gelukkig weinig last van. Dat komt deels door m’n persoonlijkheid, maar het is ook ervaring. Door de jaren heen heb ik goed leren relativeren. Wel ben ik me ervan bewust dat stress op de loer kan liggen. Daarom zoek ik in m’n vrije tijd bewust naar dingen die me afleiding en rust bieden.”


Wat zijn die dingen die je afleiding en rust bieden?

“Een van m’n hobby’s is het verzamelen van vintage design, vooral meubels en lampen. Soms doe ik dat via Marktplaats, maar ik vind het ook heerlijk om winkels en markten af te struinen. Laatst ben ik nog een weekend naar Denemarken geweest. Voor mij is dat de ultieme ontspanning. De rust die het geeft, maakt het de perfecte tegenhanger van mijn drukke baan. Als ik met design bezig ben, schakel ik mijn werk even helemaal uit.”


Zijn er overeenkomsten tussen je hobby en je werk?

“Zeker, bijvoorbeeld het zoeken en verzamelen. In een strafzaak ben je soms op zoek naar dat ene stukje bewijs en verzamel je zoveel mogelijk materiaal om een zaak rond te krijgen. En in mijn hobby zoek ik naar dat ene pareltje om mijn verzameling verder compleet te krijgen. Daarnaast houd ik van heldere lijnen in meubels. Dat zit ook in mijn manier van denken in mijn werk: ik probeer dingen zo helder mogelijk te maken. 

Een andere overeenkomst is het willen doorgronden van waarom iets goed of fout of mooi of lelijk is. Net zoals ik moet kunnen beredeneren waarom iemand straf moet krijgen, wil ik kunnen beredeneren waarom een lamp of meubel zo mooi is. Het komt voor dat iets me in eerste instantie niet aanspreekt. Maar door te analyseren, ga ik toch de schoonheid zien.”