In 2019 begon assistent-officier Nina van der Voort (parket Den Haag) aan haar opleiding. Deze eerste week stond in het teken van het leren kennen van elkaar, de organisatie en de inhoud van de functie. Nina vertelt er graag meer over.

“De eerste introductie zorgt echt voor een vliegende start. In de twee maanden daarna volg je veel inhoudelijke cursussen en oefen je met het houden van een requisitoir. Je werkt toe naar het zittingvaardigheidsbewijs (ZVB). Met dit bewijs mag je zelfstandig zittingen doen. Tijdens de laatste ‘proeve van bekwaamheid’ wordt er een zitting nagespeeld met een rechter en advocaat, een verdachte en een slachtoffer. En hoewel je helemaal klaargestoomd bent, het is en blijft spannend om te doen.

Met het ZVB op zak, begint jouw werk als assistent-officier. Je houdt je vooral bezig met veel voorkomende criminaliteit; zaken waarbij maximaal 1 jaar gevangenisstraf wordt opgelegd. Denk bijvoorbeeld aan diefstal, vernielingen, kleinere drugszaken, vechtpartijen of wapenbezit. Als ik terugkijk op mijn opleiding was het echt een bijzonder jaar met heel veel hoogtepunten en een jaar waarin ik heel veel heb geleerd.”

En hoe ziet nu je werkdag eruit?
“Mijn werkdag is eigenlijk nooit hetzelfde. Zo werk ik veel op de ZSM-locatie in Den Haag en daar beoordeel ik zaken van aangehouden verdachten. Maar ook bereid ik zittingen voor en sta ik vervolgens zelf op zitting. Dit zijn zittingen zoals een kanton-, een OM-hoor-, een politierechter- of een kinderrechterzitting. Ook ben ik regelmatig op verschillende politiebureaus te vinden voor besprekingen en ben ik betrokken bij de aanpak van criminele jongeren in Delft. Daarnaast heb ik de portefeuille Discriminatie. Kortom: veel variatie dus!

Hoe is de sfeer binnen jouw team en parket Den Haag?
“Echt heel goed en dat vind ik ook erg belangrijk. Collega’s zijn altijd bereid om te overleggen en te sparren en dat is binnen dit werk ook nodig. Niet alleen op werk maar ook daarbuiten zien we elkaar en hebben we regelmatig (op dit moment digitale) borrels. Naast het werk is er trouwens ook ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en ook dat draagt bij aan een goede werksfeer.”

Wat spreekt jou het meest aan in je werk als assistent-officier?
“Elke strafzaak is anders; de betrokken mensen, het verhaal erachter, de impact ervan en de uiteindelijke afdoening. Telkens stel ik mijzelf de vraag: waarom pleegt iemand een bepaald feit en wat is nu een passende reactie? En deze afweging maak ik niet alleen, want alle ketenpartners leveren een bijdrage. Al deze elementen maken het werk divers, actueel, maatschappelijk relevant en interessant. Het motiveert mij dat ik een bijdrage kan leveren aan deze zaken, zaken die voor de betrokken en de maatschappij er echt toe doen. Daarnaast is het onwijs leuk om met veel verschillende professionals samen te werken. Assistent-officier worden: ik kan het iedereen aanraden!”