Claudia Rijnaarts werkt al twintig jaar bij het Openbaar Ministerie. Eerst als officier van justitie, inmiddels als advocaat-generaal. In deze laatste functie houdt ze zich bezig met strafzaken in hoger beroep. Regelmatig ervaart ze hoe betekenisvol en dankbaar haar werk is, zowel voor slachtoffers en nabestaanden als voor verdachten. “Je moet rekening houden met verschillende belangen. Het vraagt dus voortdurend om een open blik.”

Werk met veel afwisseling, vrijheid en verantwoordelijkheid. Dat is wat een baan als officier van justitie Claudia Rijnaarts biedt. “Je doet veel meer dan zittingen. Je bezoekt de plaats delict, leidt het opsporingsonderzoek en overlegt met de politie. Jij bepaalt hoe je een zaak aanpakt en of er voldoende bewijs is om een zaak voor de rechter te brengen. Elke zaak is weer anders en moet je als officier tot een goed einde zien te brengen. Of het nou gaat om winkeldiefstal of moord. Die veelzijdigheid maakt dit werk enorm mooi en uitdagend.”

Van griffier bij de rechtbank naar het OM
Na het afronden van haar rechtenstudie in 2001 begon Rijnaarts als griffier bij de rechtbank in Haarlem. Na twee jaar maakte ze de overstap naar het OM in Den Haag, waar ze aan de slag ging als parketsecretaris bij het jeugdteam. “Daar kreeg ik steeds meer verantwoordelijkheden. Doordat ik veel samenwerkte met officieren van justitie kreeg ik een nog beter beeld van wat het werk inhield. Ik dacht niet alleen ‘dit wil ik ook’, maar ook ‘dit kán ik ook’. Toen heb ik me aangemeld voor de opleiding in Rotterdam.”

Opleiding biedt direct praktijkervaring
De opleiding heette destijds nog RAIO: Rechtelijk ambtenaar in opleiding. Rijnaarts: “Het was een combi-opleiding, waarmee je zowel rechter als officier kon worden. Ik kreeg te maken met allerlei rechtsgebieden, zoals civiel recht, strafrecht en bestuursrecht. Het was vooral veel praktijk. Ik stond dus ook op zitting, zowel in de functie van rechter als van officier. Hoewel sommige aspecten van rechter me ook wel aanspraken, ging m’n hart echt sneller kloppen van het werk van de officier van justitie.”

Ook nu is de opleiding gericht op de praktijk. Na de introductieperiode behaal je jouw zittingsvaardigheidsbewijs waarmee je tijdens zittingen mag optreden. Daarna volgt een periode waarin je werkzaam bent in verschillende leerwerkomgevingen.

Ervaringen in advocatuur en rechtspraak maken je een betere officier van justitie
In het laatste deel van de opleiding liep Rijnaarts stage als advocaat. Hoewel ze geen ambities had om in de advocatuur te belanden, was dit volgens haar een erg leerzame ervaring. “Als advocaat maak je het OM van de buitenkant mee. Ik merkte bijvoorbeeld hoe vervelend het is als iemand van het OM niet op je mail reageert. Ook aan m’n ervaring als rechter tijdens de opleiding heb ik veel gehad.”

Iets willen betekenen voor de maatschappij
Inmiddels werkt Rijnaarts alweer twintig jaar bij het Openbaar Ministerie. Wat maakt iemand geschikt als officier van justitie? “Je moet in de eerste plaats iets willen betekenen voor de maatschappij. Daarnaast moet je beschikken over juridische kennis en op de hoogte zijn van wat er speelt in de rechtspraak en samenleving. Verder vraagt het om een open blik. Je hebt te maken met allerlei belangen waar je rekening mee moet houden. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld de advocatuur.”

"Het werk van een officier vraagt voortdurend om een open blik"
Claudia Rijnaarts
Als advocaat-generaal behandelt zij strafzaken in hoger beroep

Bewust zijn van impact op jezelf
Niet alles van haar vak is even leuk of prettig, erkent Rijnaarts. “Ik sta bijvoorbeeld niet graag in de belangstelling. Maar als je betrokken bent bij een grote zaak, waarbij je lang aan het woord bent op zitting, ontkom je daar niet aan. Daar moest ik in het begin wel aan wennen. Ook kan het werk heftig zijn. Soms sta je met je neus bovenop het lichaam van een overleden persoon. Op het moment zelf kan ik daar professioneel naar kijken, maar later ben ik daar dan in m’n hoofd nog wel mee bezig. Gelukkig kun je in dat soort gevallen ook altijd bij het team Collegiale Ondersteuning van het OM terecht.”

Dankbaarheid van betrokkenen
Maar uiteindelijk overheerst het positieve van haar werk, zegt Rijnaarts. “Wat ik heel mooi vind, is de dankbaarheid die je krijgt. Ik heb een la met kaarten van mensen die me bedankt hebben voor wat ons werk voor ze heeft betekend. Niet alleen van slachtoffers en nabestaanden, maar ook van verdachten. Want daar ben je er ook voor als Openbaar Ministerie. Een bepaalde straf of hulptraject kan iemand weer op het goede pad brengen. Dat neem je dus ook mee in een strafeis.”

Overstap naar functie als advocaat-generaal
Sinds drie jaar werkt Rijnaarts bij het Ressortsparket als advocaat-generaal. Dit parket behandelt de zaken in hoger beroep. “Hiervoor was ik teamleider op het parket in Den Haag. Alleen was ik daar op een gegeven moment te veel bezig met personele bezetting. Ik wilde weer meer de inhoud in. Ook wilde ik in m’n werk iets meer structuur en minder onverwachte dingen, zoals huiszoekingen in de nacht. Dat paste beter bij m’n privésituatie. Toen heb ik gekozen voor advocaat-generaal.” 

Veel mogelijkheden om je te ontwikkelen
De verschillende functies die Rijnaarts heeft bekleed laten volgens haar zien welke ontwikkelkansen het Openbaar Ministerie biedt. “Je kunt binnen de organisatie heel veel kanten op. Je kunt je bijvoorbeeld specialiseren in een bepaald onderwerp, zoals fraude of milieu. Maar je kunt ook kiezen voor een onderdeel binnen het strafproces, zoals ik nu doe met zaken in hoger beroep. Het OM is ook totaal niet hiërarchisch. De organisatie is heel toegankelijk en iedereen is bereid je te helpen. Het voelt echt als een warm bad.”